Waarom heet een weg Honderdspint? En wat is een Eertouw nu precies? De straatnamen in het Harener Holt vertellen allemaal iets over het bijzondere verleden van deze plek.
Zuiderkampen / Achterhoeskamp / Hoogkamp / Tegenhoeskamp / Honderdspint
Deze woonwijk heet nu Harener Holt, maar dit is niet altijd zo geweest. Voordat er huizen stonden, noemde men het hier Zuiderkampen. Het woord kamp komt oorspronkelijk van het Latijnse ‘campus’, wat in de Romeinse tijd legerplaats betekende. Later wordt het met name in het noorden van Nederland gebruikt om omheinde akkers of velden gelegen op de rand van een es mee aan te duiden. In de middeleeuwen bestaat het Harener Holt uit verschillende kampen. Achterhoeskamp, Hoogkamp, Tegenhoeskamp en Honderdspint zijn dan de namen van verschillende omheinde akkers die samen de Zuiderkampen vormen.
Eertouw
Wist je dat er al zo’n 2600 jaar geleden mensen in dit gebied woonden? In deze periode, die de IJzertijd wordt genoemd, leven boeren van de landbouw. Ze leggen hier akkers aan om granen, peulvruchten en zaden op te verbouwen. Voor het bewerken van hun grond gebruiken ze een eertouw, een primitieve versie van een ploeg.
IJzerhof
De naam IJzerhof verwijst naar de ijzertijd: in deze periode gebruiken mensen voor het eerst ijzer bij het maken van voorwerpen. Daarvoor was brons het belangrijkste materiaal, maar na vele jaren wordt dit vervangen door ijzer. Dit is sterker dan brons en daarom beter geschikt voor het maken van wapens en gereedschappen.
Roggeveld
Vroeger gebruikten mensen vaak andere granen dan nu. Zo verbouwen de boeren in de ijzertijd onder andere de graansoort rogge op hun akkers. Tegenwoordig worden oude graansoorten zoals deze weer populairder. Rogge wordt dan ook steeds meer gebruikt bij het maken van brood.
Eenkoorn
Net als rogge is eenkoorn een graansoort die in de ijzertijd veel wordt verbouwd. Als één van de oudste graansoorten ter wereld is eenkoorn een voorloper van ons huidige tarwe. Tegenwoordig wordt het nauwelijks nog geteeld.
Oosterweg
De Oosterweg is een oude weg die al eeuwenlang op kaarten te zien is. Vroeger heette deze straat de Zandweg. Hieraan lag in de zeventiende eeuw de borg die de rijke Popko Everardi d’Embda liet bouwen. Deze wordt daarom ook wel de Popkenhoff genoemd. Dit was een indrukwekkend huis dat werd omgeven door een brede gracht. Lees hier meer over de borg.
Grootslaan
Deze straat is vernoemd naar Jan Jans de Groot (1767 – 1837). Hij was boer, voerman en wagenaar en woonde meer dan 200 jaar geleden samen met zijn vrouw en kinderen aan de Oosterweg, vlakbij deze straat. Als je in die tijd over deze straat richting het oosten liep, kon je een glimp van de Emdaborg opvangen als je tussen de bomen doorkeek.
Essenlande
Iedereen kent Essen nu als een klein dorp, gelegen tussen Haren en Groningen. Het heeft echter een geschiedenis die ver teruggaat. Zo was het vroeger een buurtschap: een verzameling akkers van boeren die nauw samenwerkten. In 1215 wordt hier nonnenklooster Yesse gesticht, ook wel Essen of Jesse genaamd, wat al snel een belangrijke functie krijgt in de regio. De Reformatie betekent helaas het einde voor het klooster, en na strijd en plunderingen tijdens de Tachtigjarige Oorlog wordt het uiteindelijk afgebroken.
Oldenburg
Deze straat is vernoemd naar de Oldenborg, beter bekend als de Popkenhoff. Deze borg wordt in de zeventiende eeuw bewoond door Popko Everardi d’Embda. In de zestiende eeuw is een Groningse borg een andere naam voor een versterkt buitenhuis (burcht), maar eind zeventiende eeuw verandert dit in een buitenplaats waar rijke burgers uit de stad kunnen genieten van de natuur en het buitenleven.
Hovinge
Vroeger behoorde een deel van deze woonwijk tot een buitenplaats. Zo’n buitenplaats bestaat niet alleen uit een huis, maar omvat een veel groter gebied. Zo zijn er verschillende tuinen, een boomgaard, hakbos, eendenkooi en zelfs een boerderij te vinden, ook wel hovinge genoemd. Ten tijde van de Emdaborg stond er een hovinge op dit terrein: de Lusthorst.
Rummerinkhof
In de achttiende eeuw hebben verschillende families de Emdaborg bewoond. Zo was oud-burgemeester van Groningen Lambert Hendrik van Emmen hier te vinden, en later ook zijn dochter met haar man. De familie Rummerink heeft hier waarschijnlijk niet gewoond, maar is wel betrokken geweest bij de borg. Zo houdt Jan Rummerink, die rechterlijk functionaris in Groningen was, in het jaar 1793 op het terrein van de Emdaborg een houtverkoop.